Hij was leerling van zijn vader C. Bakker, W. van Leen en J. Kouwenhoven en schilderde voornamelijk landschappen met vee doch heeft ook gelithografeerd. Bij de volkstelleing van 1811 woonde hij in Dordrecht en vanaf 1816 was hij tekenleraar bij het genootschap "Hierdoor tot Hooger" te Rotterdam. Verder heeft hij zeer veel gepresteerd als schrijver.